De Amsterdamse rapper Ronnie Flex heeft een slepende juridische strijd tegen zijn voormalige platenlabel Top Notch vrijwel volledig verloren. Het Gerechtshof Amsterdam wees op 24 juli 2025 bijna alle vorderingen in het hoger beroep af, waarmee het eerdere oordeel van de rechtbank grotendeels werd bekrachtigd. De zaak, die al jaren op de voet wordt gevolgd binnen de Nederlandse hiphopscene, draait om contractuele verplichtingen, muziekrechten en de vraag wie daadwerkelijk de creatieve touwtjes in handen heeft in de muziekindustrie.
Grondslag van het conflict: creatieve vrijheid versus contractuele plichten
Het geschil tussen Ronnie Flex (echte naam: Ronell Plasschaert) en Top Notch werd in gang gezet door onenigheid over het meerjarige contract dat Flex in 2012 ondertekende. Volgens deze overeenkomst zou hij meerdere albums leveren, waarbij het label de mogelijkheid had om eenzijdig tot drie keer toe het contract te verlengen – wat neerkwam op een mogelijke looptijd van vier albums.
Hoewel de samenwerking aanvankelijk succesvol leek – met nationale hits als “Drank & Drugs” en het invloedrijke verzamelalbum “New Wave” – ontstonden jaren later spanningen over de manier waarop royalty’s werden verdeeld, en over wie de rechten bezat op muziek die onder dit contract werd uitgebracht.
Flex: misleid bij het tekenen van het contract
Ronnie Flex voerde in de rechtszaal aan dat hij onvoldoende was geïnformeerd over de duur en de voorwaarden van het contract. Hij beweerde dat hij, als jonge artiest met beperkte juridische kennis, onder druk stond en dat het contract oneerlijke bepalingen bevatte. Daarbij stelde hij dat hij tekende zonder volledig inzicht in de lange-termijngevolgen, waaronder de verdeling van inkomsten en de eigendomsrechten van zijn werk.
Rechter: contract was duidelijk en rechtsgeldig
De rechtbank wees deze argumenten in januari 2024 af, waarop Ronnie Flex in hoger beroep ging. Het gerechtshof doorliep in detail de contractvoorwaarden, communicatie en juridische begeleiding tijdens het tekenmoment. In haar uitspraak stelde het hof vast dat het contract op een correcte manier tot stand kwam en dat Flex daarbij juridisch werd bijgestaan. Het hof benadrukte dat de bepalingen – inclusief de mogelijkheid tot drie contractverlengingen – duidelijk waren opgenomen en rechtsgeldig bleven.
Een klein punt van winst: officiële einddatum vastgesteld
Een uitzondering vormde één onderdeel van de klacht van Ronnie Flex: het hof stelde vast dat het contract formeel geen werking meer had na 22 september 2019, oftewel achttien maanden na de release van het album “NORI” op 22 maart 2018. Door die bevinding hoeft Flex sinds die datum geen verdere verplichtingen meer te vervullen tegenover Top Notch. Hoewel dit detail in zijn voordeel werkte, had het geen impact op de overige claims over royalty’s en eigendomsrechten.
Volledige afwijzing van andere vorderingen
Alle andere eisen van Ronnie Flex, waaronder:
- Aanpassing van de royaltyverdeling,
- Toekenning van eigendomsrechten op zijn muziek,
- Schadevergoeding vanwege vermeende misleiding,
werden door het hof afgewezen. Het oordeel luidde dat Top Notch zich steeds aan de contractuele afspraken had gehouden, en dat van misleiding of wanpraktijken geen sprake was. Flex werd bovendien veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van Top Notch, die tussen de vier- en vijfduizend euro liggen.
Een juridische echo binnen de Nederlandse hiphopwereld
De zaak legt op pijnlijke wijze de structurele kwetsbaarheid bloot van veel jonge hiphopartiesten in Nederland. Velen ondertekenen contracten aan het begin van hun carrière, vaak met beperkte juridische begeleiding en een beperkt begrip van royaltysystemen en intellectuele eigendomsrechten. In ruil voor snelle bekendheid en toegang tot professionele netwerken zetten zij creatieve en financiële autonomie vaak op het spel.
Dat Ronnie Flex, een van de meest succesvolle rapartiesten van zijn generatie, zich in deze situatie bevond, onderstreept hoe wijdverspreid het probleem is. De zaak heeft gezorgd voor meer bewustzijn onder opkomende artiesten, en heeft publieke discussies op gang gebracht over hervorming van contractpraktijken binnen de muziekindustrie.
Reacties en nasleep
Ronnie Flex gaf in de nasleep van de uitspraak aan dat hij zijn strijd voor meer zeggenschap niet zal staken, ondanks de juridische tegenslag. “Ik heb deze zaak misschien verloren,” stelde hij in een interview kort na het vonnis, “maar dit onderwerp is groter dan ik. Het gaat om artiestenrechten.”
Top Notch reageerde terughoudend maar standvastig. Het label liet weten dat het altijd contractueel correct heeft gehandeld en dat de voorwaarden vanaf het begin duidelijk waren opgesteld en overeengekomen.
Tijdlijn van het conflict
- 2012: Ronnie Flex tekent bij Top Notch.
- 22 maart 2018: Release van album NORI.
- 22 september 2019: Contractueel vastgestelde einddatum volgens het hof.
- Januari 2024: Rechtbank wijst vorderingen van Ronnie Flex af.
- 24 juli 2025: Gerechtshof bevestigt uitspraak in hoger beroep; bijna alle vorderingen afgewezen.
- Augustus 2025: Begin van publieke en juridische nasleep.
Een precedent binnen de creatieve industrie
Hoewel de juridische deuren voor Ronnie Flex in deze zaak zijn gesloten, kan de zaak zelf wel dienen als waarschuwend voorbeeld voor andere artiesten in de muziekindustrie. In een competitief landschap waarin jonge creatieven vaak meer bezig zijn met studio-opnames dan met juridische paragraaftitels, benadrukt deze rechtszaak het belang van deskundige juridische begeleiding en transparantie bij het afsluiten van platencontracten.
De uitspraak toont hoe moeilijk het is om contracten, eens getekend, ongedaan te maken – zelfs wanneer de machtsverhoudingen tussen artiest en label scheef lijken te zijn. In die zin is de zaak Ronnie Flex versus Top Notch niet alleen een juridisch oordeel, maar ook een spiegel voor een industrie die worstelt met evenwicht tussen creativiteit en commercie.